Dodenherdenking druk bezocht
In de wijk juni 5, 2024 Joop Bastinck
Een uitgebreide reportage kan je vinden op Noord010inbeeld.
Bij het monument op de Noordsingel verzamelden zich heel wat mensen. Reidar sprak namens de gezamenlijke wijkraden van Noord. Hij memoreerde de drie jonge Engelsen, de Wing Commander en zijn sergeanten. Hun vliegtuig was geraakt en ze wilden landen in een park, maar ze zagen daar de speelplek met kleintjes en moeders.
De piloot trok weer op, wilde landen in de Noordsingel maar raakte met de vleugel een huis. Het toestel knalde uit elkaar en de jonge Engelsen, 26 en 21 jaar, waren op slag dood.
Dat gebeurde bij een succesvolle Engelse aanval op de haven, op 14 mei 1940. De bewoners van de Noordsingel waren diep onder de indruk en de schrijver Bob den Uyl, destijds als elfjarige in de buurt, wijdde er later een verhaal aan. De piloten liggen begraven op de Algemene Begraafplaats Crooswijk.
Reidar memoreerde ook de brand van Rotterdam na een bommenregen van slechts een kwartier. 900 Rotterdammers stierven, 80.000 werden dakloos. Uit het stof en puin is Rotterdam herbouwd. Dichter Edwin de Voigt droeg zijn treffende gedicht ‘Uit de lucht’ voor.
Vrede komt niet uit de lucht vallen. De levenden herdenken de doden en de doden leven in de herdenking. Wat we leren uit de herdenking is het voorrecht van vrijheid: stelling kunnen nemen tegen onrecht, voor opvang van vluchtelingen, nadenken over onze eigen moraal.
Namens de wijkraden uit Noord werd een krans gelegd naast de bloemen van de bewoners.
Kinderpoëzie bij 1e Pijnacker monument
Door de plensregen werd de herdenking grotendeels binnen gehouden, Antes was de gastheer van het toegestroomde publiek. Wijkraadslid Martha Harel memoreerde de drie tijdens een inval van de politie doodgeschoten verzetsstrijders. Elizabeth Padel en compagnon speelden ontroerende melodieën uit de jaren veertig.
Ze brachten zo een drietal performances. Kinderen van De Klimopschool, Prinses Juliana- en Hildegardisschool hadden gedichten gemaakt, gecoacht door de Noorder Dichters Edwin de Voigt en Menno Smit. Rasina van de Hildegardis school mist de familiesfeer in de samenleving: mensen vechten, was de wereld maar een grote familiereünie.
Michael draagt een gedicht voor van zijn vriend, over de verwondering dat uit het stof en puin alles weer is opgebouwd. Merwe vindt vrede een cadeautje.
Sara van de Prinses Julianaschool ziet rennende opa’s en oma’s en kinderen, de hoop is bij hen vervlogen, ze zijn in levensgevaar. Dit steekt schril af tegen het familiegevoel. Raina van de Hildegardisschool realiseert zich dat mensen veel ellende hebben meegemaakt in de oorlog.
Het Kinderparadijs was naar het stadsarchief getrokken waar de kinderen oude foto’s van het Oude Noorden vonden. Die combineerden ze met hun foto’s en hun gedicht, deze kleinoodjes werden overhandigd aan Martha die ze een plekje geeft in de Wijkhub.
Wijkraadslid Kees Donker is geboren op nummer 34 van de 1e Pijnackerstraat waar het monument staat, een plaquette met de foto’s van Hamelink (40 jaar), Zwitser (29 jaar) en Van Est (28 jaar). Zij stierven 18 oktober 1942, ze gaven hun leven, zouden wij hetzelfde doen? Hij las een gedicht voor van Rinse Koopmans: Hamelink, Zwitser en van Est zijn helden.
Onze vrijheid is niet vanzelfsprekend. Iedereen ging de straat op om kransen en bloemen te leggen.