
Een uitgebreide reportage kan je vinden op Noord010inbeeld
In 1985 dwaalde een 14-jarige jongen door de gangen van het oude Emmahuis. Hij zat destijds op de Hildegardisschool. Tijdens één van zijn omzwervingen ontdekte hij iets bijzonders: op de plek waar hij normaal kattenkwaad uithaalde, werd een klein theater gebouwd. Voor het jongetje, dat al jong een grote passie voor toneel had, was dit een openbaring.

Hij wist het meteen: hier wilde hij ooit zelf op het podium staan. Dankzij de vasthoudendheid van Ted en Janny Boskamp kreeg dit theater daadwerkelijk gestalte. ‘t Kapelletje werd in korte tijd een bruisend trefpunt voor amateurspelers en theaterliefhebbers. Generaties verenigingen en spelers betraden sindsdien het podium, en menig bezoeker vond een vaste plek op de 90 stoelen in de zaal. Als die stoelen konden praten, zou het jubileumboekje van tachtig pagina’s waarschijnlijk drie keer zo dik zijn geworden.
Veertig jaar ‘t Kapelletje kon niet onopgemerkt voorbijgaan. Het jubileum werd gevierd met een bijzondere voorstelling die nog lang in herinnering zal blijven. Al bij binnenkomst werden bezoekers onthaald met een glas bubbels en een speelse verwelkoming door vreemde snuiters die hen vroegen: ‘Bent u voor de bruid of voor de bruidegom?’
Terwijl op de achtergrond een koor zong, verscheen de pastoor met de bruid. De bruidegom bleek echter spoorloos, en daarmee was de toon gezet voor een avond vol theater, spel en verwondering.

Peer Gynt

De voorstelling, geïnspireerd op het werk Peer Gynt van Henrik Ibsen en meesterlijk bewerkt door Reinier van Mourik, bracht een bont geheel van scènes. Verenigingen die al jarenlang aan ‘t Kapelletje verbonden zijn, leverden elk hun bijdrage. Van maatschappijkritische stukken tot vrolijke intermezzo’s en zelfs een buikdanseres: de variatie was groot en het publiek verveelde zich geen moment. Voor de pauze speelde alles zich af in de tuin, waar buurtbewoners ongemerkt onderdeel werden van het geheel. Na de pauze verplaatste het spektakel zich naar de theaterzaal.
Peer Gynt, vertolkt door verschillende spelers herkenbaar aan hun “Peer-shirts”, belandde tussen trollen, rechters en levensvragen. Op originele wijze werd de balans gezocht tussen humor, ernst en poëzie. Oude theatercoryfeeën, zoals Anneke Klerks, droegen bij aan de kracht van het stuk. Uiteindelijk bleek liefde de reddende factor, en werd de avond afgesloten met een gezamenlijk eindlied dat de zaal tot ontroering bracht. Vier keer achtereen werd de jubileumvoorstelling volledig uitverkocht.

Zestig Spelers
Ruim zestig spelers bewezen opnieuw dat het amateurtheater in Rotterdam springlevend is. De bijdrage van groepen als De Straatvlinders, Rotterdam English Speaking Theatre, Spin, Green Stone Dance Arts, Maatje Meer & Friends, KRT, Bonton, RISK en Velour maakte de avond tot een feest van diversiteit. Zonder de vaste kern van ‘t Kapelletje – met namen als Dick Oskamp en Patrick Bruggeman – was dit niet mogelijk geweest. Ook de technische ploeg, met onder anderen Nico Vellinga, Bran Soeters en Maurice van Kampen, leverde een onmisbare bijdrage.

Zelfs het team van breiers en breisters kreeg een speciaal eerbetoon, want hun ellenlange sjaal was met zorg tot stand gekomen.
De vaste cast bestond uit Reinier van Mourik, Monique van der Stoel, Nouchka Tick, Hein Snijders, Tessa Jonkers en Bart Janssen. Minnekus de Groot deed de eindregie en niet geheel onverdienstelijk. En dat jongetje van ooit veertien? Hij nam tijdens het jubileum een wijntje en liet zijn gedachten dwalen.
Hij herinnerde zich hoe hij ooit zelf in ‘t Kapelletje speelde, onder meer in de voorstelling Exposities met De Straatvlinders, waarin hij de rol van galeriehouder Ansgard vertolkte.
Daar ontstond zelfs een korte romance met een tegenspeelster – een herinnering die hem dierbaar is gebleven. Hij dacht terug aan avonden vol poëzie, muziek en woorden over bijvoorbeeld Rotterdam Noord tijdens Noorderdicht, en aan alle keren dat hij als bezoeker op de rijdende tribune zat of als speler op de planken.
Zijn conclusie was helder: zolang in ieder van ons een Peer Gynt schuilt, moet ‘t Kapelletje blijven bestaan. Het is een plek waar dromen tot leven komen, waar verbeelding en gemeenschap samenkomen. Of zoals hij het eindlied vertaalde: ’Denk niet aan morgen, maar verdwaal in dit theater zonder zorgen.’
Gefeliciteerd, Kapelletje – op naar de volgende veertig jaar.