Stadsdieren horen hier, maar beheersbaar

John werkt als Buurtbeheerder bij Woonstad Rotterdam. John is verantwoordelijk voor schoon, heel en veilig in de algemene ruimten en binnentuinen van Woonstad. Als het gaat om ongedierte is John een realist: stadsdieren als ratten, muizen en duiven horen  thuis in een grote stad als Rotterdam.

Maar alleen samen met bewoners kan het beheersbaar blijven. Grote oorzaak van de overlast zijn etensresten en afval op straat.

Natuurlijk speelt het werk aan het riool, het bouwen en verbouwen van woongebouwen ook  een rol. De dieren worden verjaagd en zoeken weer een andere veilige plek. Deze vinden ze dan onder  bergingen, tuinen en kruipruimten onder woongebouwen.  John ziet ook vaak ratten bij de geveltuinen.

Muizen en ratten maken er gangen en komen zo onder de huizen. Soms nestelen ze zich tussen de muren. Bewoners zien dat en onderhouden de geveltuintjes daarna niet meer. Dit geeft weer een negatieve uitstraling naar de omgeving. Om de overlast aan te pakken werkt Woonstad  samen met KIK Ongediertebestrijding.

Lokdozen

 Zo worden bijvoorbeeld lokdozen of EKO1000 boxen neergezet. Maar ratten zijn slimme dieren. De dieren merken dat er dreiging is en gaan weer op zoek naar een andere plek. Andere dieren waar bewoners regelmatig meldingen over maken bij Woonstad zijn duiven. Doordat deze dieren vaak gevoerd worden, blijven ze terugkomen. 

Op balkons kunnen de dieren nesten bouwen. Bewoners kunnen een net spannen om ze van het balkon af te houden. John: ‘Volgens de APV (Algemene Politie Verordening) is voeren verboden en moet een bewoner daarop aangesproken worden, dit is voor handhaving bijna niet mogelijk omdat heel veel bewoners dit doen. Alleen samen met bewoners en wijkpartners kan je het probleem beter aanpakken. De inzet van KIK Ongediertebestrijding is effectief maar als bewoners etenswaar blijven neergooien is het dweilen met de kraan open.’

Samen zorgen voor een schonere wijk

John denkt dat het plaatsen van broodbakken bij de scholen en bij het Klooster zou kunnen helpen. Ook met bewoners in gesprek gaan en uitleggen hoe zij kunnen helpen de wijk schoon te houden. In portieken ziet John regelmatig vuilniszakken staan en gaat dan in gesprek met de bewoner en legt uit dat dit muizen en ratten aantrekt.

Ditzelfde doet hij ook met bewoners waar de tuin er rommelig uitziet. Dit zijn plekken waar de dieren graag gaan zitten. Als praten niet werkt stuurt John de bewoner een brief. In bijna alle gevallen ruimt de bewoner dan de boel op. Voor bewoners op leeftijd schakelt John hulp in. Heel soms moet er een juridische procedure gestart worden als het niet tot een oplossing komt.